2022-03-27 Speech boekpresentatie

Door: dr. Nienke van Andel
Contact: ds.nienkevanandel@gmail.com

Dank voor het woord, fijn om het woord te hebben.

Want wie het woord heeft, heeft macht. En daar wil ik het vanmiddag eens met u over hebben.

Beste mensen, familie, vrienden, bekenden van Andries, mensen die nieuwsgierig zijn naar zijn liederen. Heeft u daar wel eens over na gedacht. Wie het woord heeft, heeft macht. Heeft u wel eens bedacht hoeveel macht u geeft aan deze man, door zijn teksten te lezen en te spreken, door zijn woorden te zingen? Hij legt u woorden in de mond. Tijd om eens kritisch te kijken naar die woorden, en de bundel waarin ze
verzameld zijn.

Voor de goede orde: als ik zeg dat woorden macht hebben, bedoel ik dat heel zakelijk, een vaststelling. Zo werken woorden, dat doet taal. Het gaat hier echt niet meteen om propaganda, fake news of framing. Elk woord heeft een kleur, elke zin maakt een beeld, elke strofe opent een hele wereld. Dat geldt voor alle taal: zelfs wijlen de telefoongids kent, kende, woorden met macht, namelijk woorden die de illusie creëren van gelijkvormigheid, iedereen een naam met een initiaal en een nummer.

Liederen, gezongen woorden, zijn dan zelfs woorden met dubbele macht. Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat een geloofslied zowel vormend als uitend kan zijn. Je zingt uit wat je denkt, gelooft, vertrouwt, maar tegelijkertijd zing je ook iets in: adem je de klank van nooit verkende belijdenissen, krijgt jouw geloof nieuwe vorm – wordt hervormd – door de woorden die je zingt.

De schrijver van liedteksten is daarmee per definitie een voorganger, iemand die wegen baant en paden wijst, die je leidt waar je niet wist te gaan. Dat brengt mij bij de titel van dit boek. De weg die je goeddoet. Wat is dat eigenlijk voor een titel, hoe ziet de wereld eruit die dit oproept? Zet een boek met zo’n titel tussen de zelfhulpboeken en het loopt als een trein. Want: is niet iedereen daarnaar op zoek: de weg die mij goeddoet? Het kan ook een associatie oproepen met levertraan: hier neem maar, doet je goed. Of is het ijdelheid, om een boek met al jouw woorden zo te noemen?

Misschien dat allemaal, misschien ook niet. Ik kies vanmiddag voor nog een andere interpretatie. De macht van deze titel is dat hij een wereld van vrijheid opent, van verantwoordelijkheid ook. Let erop waar je de klemtoon legt, er staat geen komma. Het is niet de weg, die je goeddoet. Maar de weg die je goeddoet. Er is nog lang niet vastgelegd welke weg dat is. Het is aan jou om dat uit te vinden, om op zoek te gaan. Dat zijn de vrijheid en de verantwoordelijkheid die je gegeven worden als je de titel van deze liedbundel serieus neemt.

Er zijn zoveel wegen om te gaan en bij het gaan en vergelijken, bij het zoeken en testen heb je één criterium in handen, volgens deze titel. Is het een weg die je goeddoet, of niet? En bij dat woord goeddoen zou ik graag Andries zelf willen citeren. Je vertelde eens over jouw achtergrond, het milieu waarin je bent opgegroeid, de opvoeding die je hebt gehad, de manier waarop jij in het leven staat. En jij zei: ‘Ik heb mij altijd welkom gevoeld’.

Daarin zit volgens mij de betekenis van goeddoen. Goeddoen heeft te maken met een welkome houding, met open zijn en ruimte geven, met aandacht, warmte en liefde. Goeddoen is, op die manier, een synoniem voor zegenen. De weg die je goeddoet is dan de weg die je zegent. En door het zo te zeggen horen we ook meteen dat het twee kanten op kan. De weg die jou zegent, de weg die jij zegent. En dat is een belangrijk punt, ik zou haast zeggen een leessleutel voor deze liedbundel.

Want in de liederen van Andries komt het allebei voor. Het een kan niet zonder het ander. Weten, ervaren, geloven dat je gezegend bent kan niet zonder het teruggeven van die zegen. Het is de Eeuwige, de Levende, of welke naam je ook wil gebruiken – Schepper, Behoeder, Bevrijder, Rechter, Getrouwe, Enige, Barmhartige – die mensen zegent, maar mensen zegenen net zo hard terug.

Ik heb zelf een protestantse achtergrond en ik weet dat het daar een beetje lastig ligt, te zeggen dat mensen ook de Levende kunnen zegenen. Wat dat betreft hebben we de joodse berachot, lofzeggingen, niet goed gehoord, niet willen begrijpen wellicht. Gezegend zijt Gij… Maar als je het eenmaal ziet, dan ervaar je ook dat het niet anders kan. Wat zou het eigenlijk voor zegen zijn, die je zomaar voor jezelf houdt. Om een ander beeld te gebruiken: wat zou het vreemd zijn als God jou ten dans vraagt, jou bedeelt met zegeningen, en je blijft stokstijf staan. Zou het niet veel logischer zijn om bij zo’n hartverwarmende vraag in beweging te komen, te gaan dansen om zo die zegen volledig te omarmen, jouw dans als antwoord op het aanzoek van boven. Wat jou goeddoet, waarmee je goeddoet, is een zegen. Niet voor niets staan er zoveel zegenliederen in deze bundel. De zegen als oorsprong en uiting, welkom geheten worden en welkom heten, verwelkomend leven.

Dit is de wereld die de titel oproept, en hoe vaker je het zegt en ziet, hoe meer deze woorden macht over jou krijgen, hoe meer ze je overtuigen dat er inderdaad toch minstens één weg is die je goeddoet. Breed, ruim, met een eigen verantwoordelijkheid, en een verwelkomende houding.

Als je deze bundel open doet, is dat de wereld die jou tegemoet komt, zijn dat de woorden die macht over jou krijgen. Maar er is meer. De weg die je goeddoet is geen smalle weg, maar ook geen makkelijke, geen bekende. De woorden die Andries kiest om deze verwelkomende wereld te scheppen liggen niet altijd voor de hand. Andere drammers, vochtige gaarde, mond en neus en ogen, beginakkoord, stukgelopen voeten, lichtdoorschenen muren, vreemde grensganger.

Allemaal woorden die ik wel ken maar die ik nog nooit had gezongen in een kerklied. Dit zijn nou typisch van die woorden die niet uitdrukking geven aan wat je al geloofde, maar die je nieuwe invalshoeken aanreiken. Nieuwe beelden van wie de mens is, wie God is, wat geloven eigenlijk is en wat het goede leven – en wat niet. Het zijn woorden die werken, die een sterke kleur geven aan de wereld, die je meesleuren in een bijbels gekleurde maar actueel verwoorde, volstrekt betrouwbare maar nog wel te ontdekken wereld. Door de onverwachte woorden die worden gebruikt om vertrouwde ideeën te verwoorden ontstaat een spanningsveld waarin je zelf niet passief kan blijven. Niet eens door de betekenis van de woorden zelf, maar alleen al doordat ze onverwacht zijn. Bij verwachte woorden kan je achterover leunen, dat kabbelt wel door. Maar bij onverwachte woorden word je aangezet, geactiveerd. En je gaat nadenken: wordt hiermee dan iets nieuws gezegd, iets gans anders? Nou nee dat ook weer niet, de dichter ontwerpt geen nieuwe theologie. Maar als híj het met andere woorden kan zeggen, zou ik dat dan misschien ook kunnen… zou geloven niet altijd met de geijkte woorden hoeven, zonder dat je dan meteen een ketter wordt? Zou elke generatie, elk mens ook met eigen woorden kunnen geloven…? Dat is wat onverwachte woorden met je doen, dat is de macht van een actueel woord in een verrassend nieuwe context. Voelt u wat een vrijheid, wat een creativiteit deze woorden kunnen oproepen als je ze in de mond neemt? Niet alleen de titel, ook de woorden in de bundel dwingen ruimte af, zoeken naar grenzen en nodigen je uit om te ademen en te groeien en om grenzen te verleggen.

Tot nu toe heb ik steeds gedaan alsof je in je eentje in dit boek gaat zitten bladeren en wordt onderworpen aan de macht van de woorden. In de praktijk zal heel veel hieruit in een groep gebruikt worden, mensen die samen vieren. Daarom is het ook goed om te zien wat voor liturgie hier gebeurt – welke macht hebben deze woorden over jouw manier van vieren, over wat kan en niet kan? Wat is de visie op liturgie, of eigenlijk moet ik zeggen, de visie op de verhouding tussen liturgie en muziek, tussen ritueel en lied. Nog even terug naar die zegenliederen, die in overvloed in deze bundel staan. Die laten goed zien welke visie op ritueel ons hier tegemoet komt. Juist bij een zegenlied is het namelijk volstrekt duidelijk dat het lied de handeling voltrekt. Zing het lied en je bent gezegend, je hebt gezegend. Je hoeft er niets aan toe te voegen, niet uit te leggen, niet toe te lichten, niet te herhalen. Zing het en het is gebeurd.

Wat geldt voor de zegenliederen, geldt voor alle liederen in deze bundel. Het zijn geen liederen voor de mooi, voor de sier, voor de opleuking. Niet dat ze niet mooi, of sierlijk, of leuk zijn. Maar ze hebben een andere ruimte voor ogen, een andere richting. Ze zijn niet bedoeld als opvulling van de liturgie, om de gemeente of het koor ook even wat te doen te geven terwijl de beweging tot stilstand kan komen. Ze zijn zelf liturgie, als je deze bundel opent en eruit zingt, ben je eigenlijk al aan het vieren.

Als het goed is, als je leest als je luistert, als je viert, merk je dat elk lied een eigen beweging heeft, een eigen plaats. Een zegenlied hoort anders te klinken dan een acclamatie, hoort anders te klinken dan een lied bij een heilige, hoort anders te klinken dan een kyrielitanie. Dat hoort zo, omdat het allemaal verschillende elementen zijn, verschillende bewegingen binnen die ene grote beweging die we liturgie noemen.

De weg die je goeddoet is daarmee uiteindelijk geen bundel om te ontleden, om langs een meetlat van recht- of vrijzinnigheid te leggen, om eerst eens op je bureau te houden en te bedenken wat je ervan vindt – zoals trouwens geen enkele liedbundel behandeld zou moeten worden – maar een boek om te gebruiken. Het mooie is dat een deel van wat hierin staat nog helemaal niet beproefd is. Werkt het wel? We gaan het merken.

We weten nu in elk geval aan welke wereld we ons overgeven als we deze bundel gaan gebruiken. Welke macht deze woorden uitoefenen. Welke ruimte hier geopend kan worden, als je de uitnodiging aanneemt om op deze weg te gaan, de weg die je goeddoet.

De weg die je goeddoet. Die titel komt uit een van de meest verspreide teksten van de hand van Andries. Een tekst die ook dierbaar is, en op belangrijke momenten een rol speelt en heeft gespeeld. En ik denk dat er geen betere titel mogelijk was. (Dat wist jij zelf natuurlijk al.) Ik zal vertellen waarom. Of eigenlijk heb ik de afgelopen vijftien minuten al verteld waarom. Een zegenlied vertelt niet over een zegen, maar is een zegen. De liturgie vertelt niet over de relatie tussen Eeuwige en tijdelijke, maar viert deze, speelt deze uit. Deze bundel vertelt niet over de weg die je goeddoet, maar is die weg. Dat is de macht van die woorden. Dit is de weg die je goeddoet. Met de schaduw en het licht, met wat helpt en wat tegenwerkt, met al die aspecten die het leven soms lastig maar vooral zo ontzettend gezegend maken. Wat is die weg die je goeddoet? Je hebt hem hier in handen, maak er wat van.

En als dit, Andries, nou allemaal niet is wat je bedoeld hebt, wat jouw verwachting en idee is met deze bundel, met jouw liederen, dan zal je het er toch mee moeten doen.

Want dat is de macht van míjn woorden 😊


Dank u wel.